NS-stoomlocomotieven op glas-in-lood bij autobedrijf Jongerius

Spoorwegaffiches als voorbeeld voor glazenier Mengelberg in 1939

door

Raam Jongeriuskantoor door Willem Mengelberg, 1939Vorige maand schreef ik over Nederlandse spoorwegaffiches uit de jaren 30 en deze week voor DUIC over het Jongeriuscomplex in Utrecht. Uit dezelfde periode, maar verder verwacht je geen link tussen een automobielbedrijf en de NS. Toch lijkt een glas-in-loodraam in het Jongeriuskantoor te zijn gebaseerd op twee spoorwegaffiches!

Op glas-in-lood in stations stonden eigenlijk nooit treinen, maar personificaties of symbolen. In Glaskunst in Nederlandse stations, waarvan ik mede-auteur ben, komen stoomlocomotieven niet voor: te banaal voor een kunstvorm die voortkwam uit de religieuze hoek. Ook glazenier Willem Mengelberg ontwierp vooral kerkelijke kunst, maar maakte voor de prominente katholiek Jongerius een uitzondering. Bij het 25-jarig bedrijfsjubileum bood het personeel een raam aan met maar liefst 60 panelen (bekijk ze allemaal), dat leven en werk van Jan Jongerius verbeeldt: zijn ouderlijk huis, zijn tankstations en garages, zijn reizen. Op een van die vensters — momenteel in restauratie — zijn twee stoomlocomotieven afgebeeld. Opmerkelijk voor een autoliefhebber, al waren treinen natuurlijk ook snelle vervoermiddelen.*

Nederlandse locomotieven

Volgens het boek 't Komt in orde, het ware verhaal achter Villa Jongerius van Bettina van Santen is de bovenste, gestroomlijnde locomotief "mogelijk de Zephyr", een Amerikaanse trein. Niet zo gek in de context van het autobedrijf, want Jongerius was erg op de VS gericht en reed en verkocht de Lincoln Zephyr personenauto. Locomotief NS 3931, 1930-1940 (NS/Het Utrechts Archief) De gelijknamige en eveneens gestroomlijnde Amerikaanse trein uit dezelfde jaren was echter een dieseltrein, terwijl op het raam duidelijk een stoomloc staat, en daarmee valt deze suggestie af.

Voor een spoorwegliefhebber is het niet moeilijk de locomotieven op het raam met zekerheid te herkennen als twee exemplaren van de Nederlandse Spoorwegen. Onderaan staat een locomotief uit de 3900-serie, gebouwd rond 1930, met kenmerkende windleiplaten. En de gestroomlijnde locomotief is duidelijk de Potvis — zo luidde de bijnaam van de vijf exemplaren van de serie 3700/3800 die vanaf 1936 van stroomlijnbekleding werden voorzien. Bij vergelijking met foto's van deze locomotieven kloppen alle details van model en beslag.

Locomotief NS 3804 met stroomlijnbekleding, 1936-1940 (NS/Het Utrechts Archief)

De Potvis was een weinig succesvol experiment. In andere Europese landen waren stroomlijnlocomotieven ontwikkeld om hoge snelheden te bereiken (zoals de Britse A4 Mallard en de Duitse Henschel-Wegmann-Zug). In Nederland was dat niet nodig en probeerde men er kolen mee te besparen. Het meeslepen van de zware beplating deed de besparing echter teniet. Ook ontbraken bijpassende gestroomlijnde rijtuigen. Door de ombouw van bestaande locomotieven ontstond een lompe locomotief, terwijl de stroomlijnlocomotieven in het buitenland juist sierlijk waren.

Affiche Vakantiekaarten, Jean Walther, 1938 (Van Sabben Poster Auctions)Affiche Weekeind-retours, Frans Mettes, 1939 (Spoorwegmuseum)

Affiches als voorbeeld

Bij het bekijken van het raam en de foto's van de 3900-loc viel me opeens de overeenkomst op met het NS-affiche uit 1936-38 van Jean Walther (1910-1968). De details en het perspectief van de locomotief zijn identiek aan die op het raam, inclusief het diagonale grijze vlak ernaast (perron?). Alleen dan in spiegelbeeld, wat bij een raam relatief is. Het lijdt voor mij geen twijfel dat Mengelberg het affiche van Walther als uitgangspunt heeft gebruikt.

Geldt dit ook voor de Potvis? Het enige affiche met die locomotief is in 1939 — het jaar van het raam — gemaakt door Frans Mettes (1909-1984). En ook hier zijn de overeenkomsten groot. Hoewel het perspectief iets afwijkt zijn de details, zoals de omhoogstekende koplantaarns, identiek. In beide gevallen is de uitsparing in het omhulsel rond de wielen vrijwel onzichtbaar gelaten, waardoor de locomotief strakker lijkt en meer snelheid wordt gesuggereerd. Tot slot lijken er zowel op het affiche als op het raam gestroomlijnde rijtuigen achter de locomotief te hangen, die dus niet bestonden.

Dat Mengelberg affiches gebruikte is niet zo vergezocht als het misschien lijkt. Hij moest iets als basis nemen en affiches waren waarschijnlijk makkelijk bij de NS verkrijgbaar. Bovendien hebben litho's een geabstraheerde stijl die ook benodigd is voor gebrandschilderd glas. Een andere optie is tot slot dat zowel de affichemakers als de glazenier dezelfde foto's als startpunt hebben gebruikt. De hierboven geplaatste NS-foto van locomotief 3931 is dan een goede kandidaat.

 

* Of was er een samenwerking tussen NS en Jongerius? Jawel: uit een krantenbericht uit april 1940 blijkt dat Jongerius ondergrondse brandstoftanks leverde voor de diesel-elektrische treinen. Maar op het raam zijn juist stoomlocomotieven afgebeeld!
In 1944, vlak voor de spoorwegstaking, zou Jongerius hout aan de NS leveren. Tijdens de staking steunde het bedrijf ondergedoken NS'ers. Over de aanbetaling van de houttransactie die niet doorging ontstond na de oorlog een juridisch conflict dat mede bijdroeg aan het faillissement van Jongerius.

of stuur een e-mail: arjan@arjandenboer.nl

Reacties