In 1917 studeerde Grada Wolffensperger af als bouwkundig ingenieur aan de TH Delft. Ze was daarmee 'de eerste bouwmeesteres in Europa', volgens de Groene Amsterdammer. Dat klopte waarschijnlijk niet helemaal, maar ze was wel de eerste afgestudeerde architecte van Nederland. Omdat er van haar geen gebouwen bekend zijn, is zij geheel in de vergetelheid geraakt, in tegenstelling tot Margaret Staal-Kropholler, die vaak de eerste Nederlandse architecte wordt genoemd. Zij studeerde aan het VHBO, een andere bouwkundige opleiidng, maar deed geen examen. Wel realiseerde Staal-Kropholler in 1917 haar eerste bouwwerken. Van Grada Wolffensperger waren tot nu toe zelfs haar jaartallen onbekend. Na het nodige speurwerk in genealogische databanken en krantenarchieven ben ik het volgende over haar te weten gekomen.
Jeugd en opleiding
Gerarda Wilhelmina Elisabeth Wolffensperger werd geboren op 3 april 1887 in Den Haag. Haar vader Julius was achtereenvolgens kantoorbediende, boekhouder en ambtenaar. Gezien hun grote huis aan de Heemskerckstraat 26 zal hij zijn opgeklommen tot hogere ambtenaar. Grada volgde de HBS voor Meisjes aan het Bleijenburg.
In 1910 haalde ze haar propedeuse aan de Technische Hogeschool in Delft, waar ze in 1915 haar candidaats-examen Bouwkundig Ingenieur deed. Ze was lid van de Delftsche Vrouwelijke Studenten Vereeniging, met als huisadres zowel door de week als in het weekeinde de Heemskerckstraat in Den Haag. Begin 1915 overleed daar haar vader.
Van Grada Wolffensperger zijn twee potloodtekeningen bewaard gebleven van gebouwen en stadsgezichten in Edam, gemaakt in juli 1915, wellicht tijdens een vakantietripje. Ze laten zien dat zij behalve over een nauwkeurig bouwkundig inzicht ook over artistiek talent beschikte.
Haar afstuderen in 1917 zorgde voor de nodige publiciteit. De artikelen laten duidelijk zien hoe men destijds over de rol van vrouwen dacht. Een onbekend geïllustreerd tijdschift schreef onder haar foto: 'Gelet op haar kundigheden, heeft men hooge verwachtingen van haar.' In het blad De Kroniek verscheen een Franstalig artikel door ene Dr. M. A. getiteld Mlle G.W.E. Wolffensperger, la première architecte en Hollande. Hij schreef:
De vrouw, die de aard der dingen begrijpt zonder de noodzaak tot analyse, door een soort intuïtie, kan beter dan iemand anders het materiële werk realiseren dat aansluit bij een psychische synthese; vooral als zij, zoals Mademoiselle Wolffensperger, beschikt over een degelijke technische opleiding en een zeer persoonlijk talent, ontwikkeld door de studie van de natuur in alle verschijningsvormen. Zij kan dan ware en werkelijk nieuwe kunst voortbrengen, omdat die uit de natuur zelf voorkomt.
De redactrice van de vrouwenrubriek van de Groene Amsterdammer zag vooral huishoudelijke voordelen aan de eerste vrouwelijke bouwmeesteres: 'Menig beginnend architect maakt fouten die geen vrouw ooit gemaakt zou hebben. Zou een huis door een vrouw gebouwd ooit onpraktische plaatsing van kasten kunnen krijgen?' Ook vond de schijfster dat het na verloop van tijd interessant zou zijn 'een vergelijking te maken tusschen bouwwerken door vrouwenhanden en door mannenhanden ontworpen'. Ze sprak ook zelf met Wolffensperger die ze 'rustig, vastberaden en energiek' vond. Impliciet liet de auteur merken dat ze vrouwen vooral geschikt vond als binnenhuisarchitect:
Een kamer verraadt aan den binnentredende de persoon die haar bewoont, nog voor hij deze heeft gezien. Wie mej. Wolffensperger bezoekt en even in haar kamer rond ziet, voelt onmiddellijk, dat die kamer een energieke kunstzinnige bewoonster heeft. Het is er streng met een persoonlijke smaak, bijna een stijl, niet vol met bibelöots, maar sober, streng en een beetje gewaagd. Zou ze de twee lage hard roode armstoelen zelf ontworpen hebben, vraagt men zich af. Zeker heeft ze aanwijzing voor het gekleurde behang met den lichten fries gegeven. Men krijgt volkomen den indruk, dat men haar de inrichting en versiering van het binnenhuis kan toevertrouwen. We zullen hopen, dat ze spoedig een belangrijke opdracht zal krijgen, waarmede ze succes mag oogsten, want ze moet den weg effenen, voor degenen die van uit Delft na haar zullen komen.
Korte carrière
Wolffensperger was enkele jaren adjunct-architect bij de Dienst Openbare Werken van de gemeente Haarlem. Over haar werk daar is tot nu toe niets bekend, maar in het Haerlem Jaarboek 2019 zal hierover een artikel verschijnen door Erica Smeets. Na 1924 lijkt Grada Wolffensperger niet meer te hebben gewerkt. Een huwelijk was de meest gangbare reden voor vrouwen om te stoppen met werken — vanaf 1924 zelfs verplicht voor ambtenaren — maar Grada Wolffensperger is nooit getrouwd. Wellicht speelden er persoonlijke omstandigheden.
In 1922 zat Grada in de Examencommissie van de Bond Nederlandse Architecten (BNA) voor de examens Bouwkundig Opzichter en Bouwkundig Teekenaar als Mej. Ir. Gr. Wolffensperger, Bouwkundig Ingenieur te 's-Gravenhage (niet als: architect, of met de naam van een werkgever, zoals bij andere commissieleden). Of zij zelf ook lid was van de BNA, wat wel logisch zou zijn, is onzeker. Tot nu toe staat Ko Mulder als eerste vrouwelijk lid van de BNA te boek in 1940 (volgens andere bronnen Margaret Kropholler in datzelfde jaar). Wolffensperger was tot 1922 in ieder geval lid van de Vereeniging van Delftsche Ingenieurs.
Haar zus Barbara was in 1921 overleden. In 1935 woonde mej. Wolffensperger in een bovenwoning aan de Boreelstraat 12 in Den Haag; ze had daar een telefoonaansluiting, wat kan duiden op een beroepspraltijk of op welgesteldheid. Op 12 februari 1965 is Grada Wolffensperger aan de Heemskerckstraat 26 overleden, in haar vroegere ouderlijk huis dus. Het waren haar tante-zeggers Y. en H. Houtsmuller die de rouwadvertentie plaatsten, waarin zij fier als Ir. Gerarda Wilhelmina Elisabeth Wolffensperger werd aangeduid.
Bronnen
- Smeets-Klokgieters, Erica, 'Vrouw in de bouw. De eerste vrouwelijke afgestudeerde architecten in Nederland,' Bulletin KNOB 2017-1 pp. 43-57.
- Dr. M. A., 'Mlle G.W.E. Wolffensperger, la première architecte en Hollande,' De Kroniek, geillustreerd maandblad voor Noord- en Zuid-Nederland, jaargang 4 no. 3 (maart 1918) p. 68.
- '[Voor vrouwen] De eerste vrouwelijke bouwkundige,' De Amsterdammer, weekblad voor Nederland, 4 augustus 1917, p. 5.
- Verslag van den staat der hooge-, middelbare en lagere scholen in het Koninkrijk der Nederlanden, 1910, p. 31.
- Almanak der Delftsche Vrouwelijke Studenten Vereeniging 1916, p. 127
- De ingenieur, jaargang 32 no. 27 (7 juli 1917) p. 1
- Bouwkundig Weekblad, jaargang 23 no. 7 (18 februari 1922), p. 58
- Kranten: Haagsche Courant 17007-1905; Nieuwe Rotterdamschee Courant 18-02-1915; Het Vaderland 15-01-1921