Het seinhuis dat in 1938 verrees bij de Utrechtse Leidseveertunnel was — wat mij betreft — niet alleen het meeste elegante seinhuis van Nederland maar ook het mooiste gebouw van architect Sybold van Ravesteyn. Het was ook nog eens de meest bijzondere noodwoning van het land. Het werd namelijk, vanwege de oorlog en veranderde omstandigheden, nooit als seinhuis in gebruik genomen.
Kort na de oorlog was er veel woningnood en pasgetrouwde stellen moesten inwonen bij hun (schoon)ouders. Politie-inspecteur Ravenshorst, net gehuwd, zag het seinhuis leeg staan en kreeg na veel aandringen eind 1946 toestemming van de NS om het als woning te betrekken.
Jan Vrijman schreef in 1947 in het Utrechtsch Weekblad:
De heer en mevrouw Ravenshorst, jonggehuwd, bezitten een uitermate comfortabel huis. Het is een geheel vrijstaand huis. Het heeft twee verdiepingen, waarin een ruime kamer, een ruime slaapkamer en een keuken. Drie van de vier wanden van de zitkamer zijn bijna uitsluitend venster en, daar het huis zich op een hoogte van een meter of acht bevindt, en zij niet in een straat wonen, bieden deze vensters het ruimste uitzicht, dat ge u maar kunt wensen.
"Weigeren Uw leveranciers, de krantenbezorger en de postbode niet dat gevaarlijke trapje op en af te lopen?"
Mevrouw Ravenshorst lacht: "In het begin vonden ze het maar al te leuk. Maar we hebben er wat op laten maken: een boodschappenlift zodat iemand, die niet wil, niet meer naar boven hoeft. En voor de post hebben we beneden eenvoudig een bus."
Buiten, op het emplacement, nadert een stoomtrein. Hij rijdt vlak langs het huis: het schudt en trilt, als werd het opgenomen en enkele momenten lang is het bijna donker in de kamer van de rook, uit de pijp der locomotief, die het gehele seinhuis omhult.
"U ziet," zegt de gastheer schertsend, "zo nu en dan zijn we nog in de wolken ook..."
NS-conducteur Sietzo Steen en zijn vrouw en kind waren tien jaar later de laatste bewoners van het seinhuis. Het werd in 1958 namelijk afgebroken vanwege de aanleg van extra sporen, terwijl er een nieuw seinhuis aan de overzijde van het spoor verrees. De Revue schreef in mei 1958 over de laatste bewoners:
Bertje Steen uit Utrecht is waarschijnlijk het enige baby'tje in Nederland, dat zijn wiegje in een seinhuis heeft staan. In een echt seinhuis van de spoorwegen.
…Het station van Utrecht ligt vlak bij de deur en de hele dag denderen de treinen langs. Dat kan wel eens vervelend zijn, vooral 's avonds, al vindt Bertje, die nu vier maanden is, al die voorbijrazende herrieschoppers wel prachtig.
…Wanneer U deze REVUE leest, is de familie Steen waarschijnlijk net verhuisd naar een gewoon woninkje. Daar zullen Sietzo en zijn vrouw dan met plezier terugdenken aan hun oude luchtkasteeltje.
De publiciteit rond de sloop van de bijzondere noodwoning drong ook tot het buitenland door. De zondagskrant van de Britse Daily Mirror publiceerde op 25 mei 1958 zelfs een gedicht, of is het een rijmpje? Twee details raakten echter lost in translation: dat de bewoners er juist uit moesten vanwege de sloop, en er waren geen 16 maar 8 sporen (16 spoorstaven).
The cutest little home we've seen
Belongs to Dutchman Sietzo Steen.
This signal-box was obsolete, so
The railway rented it to Sietso!
Their lofty perch — the Steens soon found —
Means relatives can’t drop around!
The only way to reach the door
Is up the steps-all sixty-four!
Though humping in the baby's pram
Can hardly be a piece of jam,
The Steens have got their compensation:
A lovely view of Utrecht station,
A panorama that entails
Not less than sixteen sets of rails!
They just sit tight, content to dream
And let the engines blow off steam!
PAUL BOYLE
Deze pagina dient als bijlage bij het volgende artikel op DUIC:
- Seinhuis Blauwkapel - Nieuw monument kan parel van Tuindorp worden