Op weg naar Slot Zuylen kom ik vaak langs de overblijfselen van buitenplaats Groenhoven: het toegangshek en het parkbos. Groenhoven strekt zich uit van de Vecht tot aan de Daalseweg op de grens van de Utrechtse wijk Zuilen met Oud-Zuilen, gemeente Stichtse Vecht.
Geschiedenis
Zoals veel buitens langs de Vecht was Groenhoven oorspronkelijk een hofstede (boerderij) die door nieuwe rijke eigenaars stapsgewijs tot buitenplaats werd omgevormd. De eerste vermelding dateert uit 1665, toen de Amsterdamse koopman Pieter Heijblom de hofstede kocht. Groenhoven bestond uiteindelijk uit een herenhuis met bijgebouwen, een theekoepel aan een zijarm van de Vecht, een park, een boomgaard en grasland. Vlak bij de brug langs de Vecht stond een tuinmanswoning. Het landhuis is in 1902 afgebroken. Het romantische parkbos met vijver, aangelegd rond 1800, bleef grotendeels bewaard. Ook de boomgaard en weides (nu natuurgebied) zijn er nog.
Afbeeldingen
In het archief van Slot Zuylen (ondergebracht bij Het Utrechts Archief) zijn vier grote plattegronden van Groenhoven bewaard. De oudste uit 1759 laat zien dat het park toen een formele aanleg had met rechte paden en perken. Een ontwerpkaart uit 1785 geeft het zuidelijk deel van de boomgaard aan als landschapspark, maar dit is waarschijnlijk nooit gerealiseerd. Deze kaart laat ook een koeienstal, moestuin, oranjerie en druivenkas zien, en zelfs een menagerie ('dierentuin'). Uit ongeveer 1810 stammen twee plattegronden die het parkbos met slingerpaden tonen zoals het nu nog grotendeels bestaat.
Van het huis zelf bestaan een prent uit 1835 en enkele foto's van kort voor 1900. Daarop vertoont het een opvallend gelijkenis met het precies ertegenover gelegen huis Zuylenburgh, dat nog steeds bestaat. Een ingelijste foto uit de collectie van Slot Zuylen laat ook de theekoepel zien waarbij een gezelschap zich vermaakt aan de Vecht.
Met behulp van deze bronnen heb ik de gebouwen, paden en waterlopen van Groenhoven aangegeven op de luchtfoto van nu, zodat goed te zien hoe het ooit was (klik voor interactieve kaart):
Link met Slot Zuylen
Groenhoven was tijdens twee periodes eigendom van de familie Van Tuyll van Serooskerken. In 1768 kocht de Heer van Vleuten, Hendrik Willem Jacob van Tuyll van Serooskerken (1713-1800), de buitenplaats. Hij was familie van de bewoners van Slot Zuylen en hun nabijheid speelde ongetwijfeld een rol. Zijn douairière verkocht Groenhoven weer in 1800.
In 1850 kocht een andere adellijke weduwe Groenhoven. Jacoba Elisabeth van Tuyll van Serooskerken (1781-1866) keerde na het overlijden van haar man, Godert baron van der Capellen, oud-minister en gouverneur-generaal van Indië, terug naar haar geboortegrond. Zij was op Slot Zuylen geboren als dochter van Willem René, de broer van Belle van Zuylen. Jacoba overleed kinderloos, waarna kasteelheer Willem René (de kleinzoon van haar broer) Groenhoven erfde. De buitenplaats werd verhuurd tot aan de dood van Willem René's weduwe in 1900.
Sloop en hergebruik
De erfgenaam en nieuwe kasteelheer, F.L.S.F. baron van Tuyll van Serooskerken, besloot rond 1902 Groenhoven te slopen. Wellicht wogen de onderhoudskosten van het grote huis niet op tegen de huuropbrengsten en bracht het sloopmateriaal meer op. Volgens de overlevering zijn de binnenluiken in de hal van Slot Zuylen van de buitenluiken van Groenhoven gemaakt.
Zeker is dat het smeedijzeren toegangshek met opschrift Groenhoven als moestuinhek bij Slot Zuylen werd geplaatst. In 1994 is het hek teruggezet bij de ingang van het park Groenhoven. Op de moestuinmuur van Slot Zuylen staan echter nog altijd twee marmeren beelden van Groenhoven. Deze bustes van Romeinse keizers sierden ooit de pijlers van het toegangshek. Inmiddels zijn ze zo groen geworden dat ze nauwelijks meer opvallen in de moestuin, maar ze vormen een tastbare herinnering aan de link tussen Groenhoven en Slot Zuylen.
Bovenstaande tekst is in maart 2015 aangevuld en verbeterd met behulp van een artikel over de eigendomsgeschiedenis van Groenhoven:
Tineke Barneveld, 'De zeer vermakelijke buitenplaats Groenhoven in Zuylen' in: Jaarboek 2014 van Oudheidkundig Genootschap Niftarlake