Het thema van de Maand van de Geschiedenis is: Grenzen. Een van de genomineerde boeken voor de Libris Geschiedenis Prijs 2016 gaat ook over grenzen: Moresnet: Opkomst en ondergang van een vergeten buurlandje door Philip Dröge.
Precies 200 jaar geleden ontstond een neutraal ministaatje toen de Verenigde Nederlanden en Pruisen het na de Franse tijd niet eens konden worden over wie de lucrative zinkmijn bij Moresnet kreeg. Nadat Nederland en België uiteengingen lag er bij Vaals een vierlandenpunt. Neutraal-Moresnet bestond tot in de Eerste Wereldoorlog.
Na het lezen van Dröges boek ben ik op zoek gegaan naar nog zichtbare resten van het voormalige buurlandje. Ik heb — via Maastricht, Luik en Verviers — de trein genomen naar Hergenrath en ben van daar via Kelmis en Moresnet naar Vaals gelopen, een tocht van zo'n 15 kilometer. Hieronder geef ik weer wat ik tegenkwam — in omgekeerde volgorde, want dat is logischer voor het verhaal.
zie ook: kaartversie op Google Maps
Viergrenzenweg, Vaals
Bij het Drielandenpunt in Vaals — met 322 meter het hoogste punt van Nederland — herinnert de straatnaam Viergrenzenweg nog aan de periode van Neutraal-Moresnet. Bij de markeringssteen waar de drie huidige grenzen samenkomen staat een informatiebord met een kaartje van Moresnet en de jaartallen 1815-1919. Zoals er nog steeds souvenirs van het Drielandenpunt verkocht worden, zijn er uit de periode van voor 1919 ansichtkaarten van het Vierlandenpunt bewaard gebleven.
Koning Boudewijntoren, Gemmenich
Bovenop de 50 meter hoge uitzichtstoren, net over de Belgische grens bij het Drielandenpunt, ligt het gebied van Neutraal-Moresnet aan je voeten. De toren staat op het dunste puntje van de taartpunt die ooit het landje vormde. Links in het Preusbos is de voormalige grens van bovenaf nog altijd goed te zien in de overgang tussen loof- en naaldbos. Zo zichtbaar zijn grenzen zelden.
Grensstenen, Preusbos
Aan de voet van de Boudewijntoren vind je al de eerste grenssteen van Neutraal-Moresnet: een rechthoekig blok natuursteen met een Romeins cijfer. Vlakbij wijst een houten bord op een wandelpad langs de grensstenen van het verdwenen staatje.
Conform het Verdrag van Wenen werden er in 1818 houten grenspalen geplaatst. Rond 1870 werden de vergankelijke palen vervangen door 60 stenen exemplaren, waarvan de meeste nog altijd aanwezig zijn. Ze zijn genummerd met Romeinse cijfers: I t/m XXX langs de westgrens met België en XXXI t/m LX langs de oostgrens met Pruisen. De huidige Duitse grens ligt iets verderop.
Moresnet-Village
Het dorp Moresnet lag zelf niet in Neutraal-Moresnet, maar diende wel als naamgever. Het hele gebied vormde in de Franse tijd namelijk de gemeente Moresnet. Bij het conflict over de zinkmijn werd die gemeente in drieën gedeeld: Belgisch-Moresnet (het dorp Moresnet), Neutraal-Moresnet (het dorp Kelmis met de zinkmijn) en Neu- of Pruisisch-Moresnet (ten zuiden en oosten van Kelmis). In 1919 werden de drie delen geheel Belgisch. Het dorp Moresnet is Franstalig; Kelmis en Neu-Moresnet vallen onder de Duitstalige Gemeenschap van België.
Moresnet wordt overheerst door het 1100 meter lange en 50 meter hoge spoorwegviaduct over het Geuldal, aangelegd door de Duitsers tijdens de Eerste Wereldoorlog. Het maakt deel uit van de goederenspoorlijn tussen Antwerpen en Aken. Deze lijn doorsnijdt slechts het uiterste puntje van Neutraal-Moresnet via de Gemmenichertunnel onder de Vaalserberg.
Galmeiplatz, Kelmis
De omstreden mijn zelf lag bij het huidige Kelmis. De 'berg' waaruit de galmei of zinkerts werd gewonen heette vanouds Vieille Montagne of Altenberg. De enorme kuil waarin de dagbouw plaatsvond werd in het lokale plat-Duits de Koul genoemd. Deze opening was nog tot de jaren 80 zichtbaar, volgelopen met water, met een grote berg mijnafval ernaast. Nadat het gat met de berg was gevuld ontstond in 1990 een groot geasfalteerd evenementenplein, de Galmeiplatz. Hier wordt de jaarlijkse kermis gehouden; de rest van het jaar lijkt er weinig te beleven.
Mijnmonument, Kelmis
Vlakbij de voormalige Koul ligt het Gemeindepark van Kelmis. Het park bestaat grotendeels uit de voormalige tuin van de villa van de mijndirecteur. De villa werd later Park Hotel, maar staat nu leeg.
Aan de rand van het park staat een monument uit 1993, geplaatst bij het 100-jarig jubileum van de Bergmansverein St. Léonardus — de personeelsvereniging van mijnwerkers. Een bronzen plaquette laat een mijnwerker zien met zijn lamp. Ernaast is een half tunneltje gebouwd van slak (ertsafval). Op korte rails staat een lorriewagentje met op een zijkant de mijnwerkersgroet Glückauf.
Lütticherstrasse
De lange, rechte Lütticherstrasse vormde niet alleen de hoofdroute van Luik naar Aken maar ook de zuidgrens van Neutraal-Moresnet. Bij de brug over de Geul was de westelijke grenspost. Daar staat nu, toevallig of niet, een bord dat verwijst naar het verderop gelegen Drielandenpunt.
Langs de Lütticherstrasse ontstond een klein industriegebied rondom de mijn. Zo was er een zinkoxidefabriek, een smederij en het directiekantoor van de mijnbouwmaatschappij.
Direktionsgebäude, Kelmis
Naast een benzinestation aan de Lütticherstrasse staat nog het voormalige hoofdgebouw van mijnmaatschappij Vieille-Montagne. Het is rond 1910 gebouwd en heeft — uiteraard — een met zink bekleed dak. Boven de ingang aan de achtergevel is nog het opschrift Direction zichtbaar.
Het gebouw wordt momenteel gerestaureerd; de voorgevel staat in de steigers. Het is aangekocht door de gemeente Kelmis en moet met steun van de Deutschsprachige Gemeinschaft de nieuwe locatie worden van het Geuldalmuseum, dat nu iets verderop is gevestigd (zie onder).
Hotel Bergerhoff, Kelmis
Neutraal-Moresnet wordt wel beschreven als een soort Las Vegas omdat Belgische en Duitse gokverboden er niet golden. Dat de werkelijkheid prozaïscher was laat zich vermoeden als je het bescheiden pand van Hotel Bergerhoff ziet (nu Restaurant Select). Het was ooit het meest mondaine etablissement van Neutraal-Moresnet.
In 1903 werd in het hotel een casino geopend onder de verhullende naam Cercle de Chasse et de Sport. Al snel stroomden welgestelde klanten van heinde en verre toe. Maar binnen een maand werd het casino door de Pruisen gesloten. Ze misbruikten daarvoor een wetsartikel uit de Code Napoléon, die in Neutraal-Moresnet was blijven gelden: geen samenscholingen van meer dan 20 personen.
Casino-Weiher, Kelmis
Ook al heeft het casino maar kort bestaan, het werd toch de naamgever van de aan de overzijde van de weg — dus buiten Neutraal gebied — gelegen Casinovijver. Dit meertje van 5 hectare ontstond in 1861 door de aanleg van een stuwwal bij de samenvloeiing van de Tüljebach en de Geul. Het diende als waterreservoir van het mijnbouwbedrijf Vieille-Montagne voor het wassen van zinkerts. Tegenwoordig is het een natuur- en recreatiegebied.
Galmeihalde, Kelmis
Naast de Casinovijver ligt de galmeiheuvel, een oude slakberg. Op deze schrale metaalhoudende ondergrond groeien zeldzame planten zoals het zinkviooltje. Zulke zinkflora komt alleen voor in het stroomgebied van de Geul — ook in Nederlands Limburg.
Sinds enkele jaren vormt de slakheuvel het kleine Naturschutzgebiet Altenberg, deel van het Europese netwerk Natura 2000. Industrieel afval is dus natuurreservaat geworden. Een wandelpad van steigerplanken en borden over de flora en historie maken het gebiedje toegankelijk.
Göhltalmuseum, Kelmis
Het streekmuseum voor het Geuldal is gevestigd in een villa in het voormalige Pruisische gedeelte. Het herbergt een verzameling mineralen en gesteenten uit de omgeving, geeft uitleg over de flora en fauna en laat de geschiedenis zien van Neutraal-Moresnet en de zinkindustrie. Rond een schilderij van de dagbouw op de Vieille Montagne uit 1843 door Jean-Babtiste Bastiné zijn toepassingen van zink tentoongesteld: dakbedekking, teilen, gieters, roosters en torenspitsen. Daar was het dus allemaal om te doen.
Zelf naar Moresnet? Zie de kaartversie op Google Maps.