De eerste Nederlander in de Oriënt-Express

Johannes Marinus Janszen (1814-1899)

door

Waarom werd de oud-burgemeester van het dorp Loosduinen in 1883 als enige Nederlander uitgenodigd voor de inauguratie van de Oriënt-Express naar Constantinopel? En hoe kwam deze Johannes Janszen in 1881 aan het geld om een enorme villa te bouwen in het mondaine Saint-Raphaël in Zuid-Frankrijk?

De eerste Oriënt-Express, l'Illustration, 1884 (collectie Arjan den Boer)

Tijdens m'n werk aan de iPad-app over de geschiedenis van de Oriënt-Express kwam ik de naam 'Janszen' tegen in verslagen van de eerste officiële rit. De eerste Oriënt-Express vertrok op 4 oktober 1883 vanaf het Parijse Gare de l'Est met aan boord zo'n dertig genodigden: spoorwegbazen, bestuurders, diplomaten en journalisten. Gastheer was de Belg Georges Nagelmackers, oprichter van de Compagnie Internationale des Wagons-Lits. Overigens reed de eerste Oriënt-Express nog maar tot Roemenië, waarna de reis per schip verder ging naar Constantinopel.

Eén van de gasten was dus ene Janszen. Behalve in drie reisverslagen is zijn naam te vinden op de tafelschikking van het restaurantrijtuig. Wie hij precies was bleef tot nu toe onbekend. Ik heb het uitgezocht.

Onbekende

Johannes Marinus Janszen, ca. 1860 (collectie RKD) Al snel bleef als enige optie Johannes Marinus Janszen over, geboren in 1814 en tussen 1840 en 1850 burgemeester van Loosduinen bij Den Haag. Wikipedia gaf echter, in navolging van een boek over Loosduinse burgemeesters, 1879 als zijn sterfdatum aan — dus vóór de inauguratie van de Oriënt-Express. Na raadpleging van enkele andere bronnen bleek dit onjuist: hij overleed pas in 1899 in het Franse Saint-Raphaël, waar hij sinds 1881 woonde.

Wellicht leerde Janszen in Saint-Raphaël mensen kennen die hem introduceerden voor de inauguratie van de Oriënt-Express; veel bekende schrijvers, kunstenaars en politici hadden er een villa. Of misschien was Janszen in contact gekomen met Wagons-Lits in verband met de Calais Nice Express, die in december 1883 zou gaan rijden en ook Saint-Raphaël aandeed.

Vriendelijk

De drie bewaarde reisverslagen van de inauguratie van de Oriënt-Express zijn het roerend eens over het karakter van Janszen.

Georges Boyer schreef in Le Figaro van op 20 oktober 1883:

Janszen, een Nederlander die het betreurt te laat geboren te zijn om de kunst van de voorkomendheid uit te vinden, heeft in ieder geval zijn leven gewijd aan de perfectionering ervan.

Janszen, un Hollandais qui, désolé d'être venu au monde trop tard pour inventer l'art d'être obligeant, a, du moins, passé sa vie à le perfectionner.

De schrijver Edmond About vermeldde in zijn reisverslag De Pontoise à Stamboul (1884):

We hadden maar één Nederlander aan boord, de heer Janszen, maar hij belichaamde in z'n eentje al het goede van Holland: rechtschapenheid, gemoedelijkheid, hartelijkheid. Ik geloof dat als we op de terugweg naar Parijs een prijs voor vriendelijkheid hadden moeten toekennen, de heer Janszen deze met unanieme stemmen zou hebben gewonnen.

Nous n'avions qu'un seul Hollandais, M. Janszen, mais il incarnait en lui seul tout ce qu'il y a de meilleur dans la Hollande, la droiture, la bonhomie, la cordialité. Je crois bien que, si nous avions eu un prix de bonne grâce à décerner en rentrant à Paris, M. Janszen l'eût emporté à l'unanimité de voix.

Henri Opper de Blowitz, correspondent voor The Times, schreef in Une course à Constantinople (1884):

Mijn coupégenoot is de heer Janszen, een goedgehumeurde Nederlander, een prettig en gemakkelijk gezelschap, altijd in voor een interessant gesprek. Zijn koffer is als een doos vol verrassingen; hij haalt er onderweg alles uit waar een reiziger maar van kan dromen. Als ik hem om een complete badkamer met warme douche had gevraagd, had hij die waarschijnlijk zo tevoorschijn getoverd uit z'n onuitputtelijke kleine koffer, zoals alleen Houdin dat zou kunnen.

Mon compagnon de compartiment est M. Janszen, un Hollandais de bonne humeur et de bonne société, qui est d'un voisinage facile et accommodant, d'une conversation intéressante, et qui de sa valise portative, une vraie boîte à surprises, tirera pendant le voyage tout ce que peut désirer ou rêver l'imagination d'un voyageur. Je crois que si j'avais eu la fantaisie de lui demander une baignoire complète avec double robinet et douche en pluie, il l'aurait sortie de son inépuisable petite valise que Robert Houdin seul a pu confectionner.

Meer komen we niet te weten over de bijzonder vriendelijke Nederlander. Waar de schrijvers het beroep van de meeste andere gasten vermeldden, deden ze dat niet bij Janszen. Het lijkt wel of aardig zijn z'n beroep was. Misschien was dat ook echt zo: het lijkt er sterk op dat hij na 1850 geen ambt meer heeft uitgeoefend en zich wijdde aan het goede leven in de high society.

Villa Janszen in Saint-Raphaël. Bron: Inventaire général, Région Provence-Alpes-Côte d'Azur

Villa Janszen

In 1881 gaf Janszen aan architect Pierre Aublé de opdracht een kapitale villa te bouwen in Saint-Raphaël, niet ver van zee. De Villa Janszen werd gebouwd rond een overdekt atrium en voorzien van een rijk gedecoreerd interieur. De villa was omgeven door een enorme tuin met exotische planten. In het pand aan de Avenue du Maréchal-Lyautey 215 is na Janszens dood de kliniek Notre-Dame de la Merci gevestigd, tegenwoordig gespecialiseerd in cosmetische chirurgie.

Eigen kerk

Ansichtkaart Temple protestant Saint-Raphaël, ca. 1900De protestantse Janszen miste in Saint-Raphaël blijkbaar een kerk waar hij zich thuis voelde, want hij liet op zijn eigen terrein een complete kerk bouwen. Ook deze werd ontworpen door Pierre Aublé en verkreeg in 1882 speciale presidentiële toestemming voor het houden van erediensten. Het gebouw is nog altijd in gebruik als de protestantse kerk van Saint-Raphaël/ Fréjus.

Afkomst

Hoe kon Janszen de villa en de kerk betalen, zeker als het klopt dat hij niet werkte? Het antwoord zal te maken hebben met zijn afkomst en zijn huwelijken. Janszen was van goede komaf, met name van z'n moeders kant: zij heette Gockinga, een invloedrijke Groningse patriciërsfamilie die begin 19e eeuw in de adelstand was verheven. Zijn vader behoorde niet tot de adel of het patriciaat maar was een succesvol koopman.

Janszen jr. trouwde tot tweemaal toe met een adellijke vrouw. In 1839 huwde hij jonkvrouw Sophia Adriana Fabricius (1806-1843). Ze verbleven regelmatig op het familiekasteel in Heukelum. Sophia overleed al snel, vlak na de geboorte van hun tweede kind, dat ook stierf. Janszen hertrouwde in 1845 met Charlotte Elisabeth barones Collot d'Escury, die in 1878 kinderloos zou overlijden. De familie Collot d'Escury heeft in de eerste helft van 19e eeuw een belangrijke rol gespeeld in de politiek en het bestuur van het jonge Koninkrijk. Ze hadden (en hebben) warme banden met de Oranjes.

Aanzien

Het is de vraag waarom Janszen, zelf niet van adel, een aantrekkelijke partij was voor deze twee adellijke families. En waarom werd Janszen al op zijn 26e jaar burgemeester? Meestal was dat een erebaantje. Voor beide feiten zijn eigenlijk maar twee verklaringen denkbaar: geld of militair aanzien. Wellicht had Janszen een fortuin geërfd van zijn jong overleden vader. Ook van andere familieleden ontving hij erfenissen, onder meer van de oom die zijn voogd was. Tot slot liet zijn moeder hem in 1874 waarschijnlijk een kapitaal na.

Een andere mogelijkheid is dat Janszen zijn aanzien te danken had aan een militaire prestatie. Enkele Franse bronnen noemen Janszen een oud-officier. Bovendien werd rond zijn burgemeestersbenoeming geschreven dat hij gediend had "bij het regiment Lanciers - met eigen paard en zonder gunst van eenige soldij." Dat laatste wijst erop dat hij financieel al onafhankelijk was. Wellicht was hij met de Lansiers actief in de nasleep van de Belgische Opstand, tot aan de erkenning van België in 1839. In dat jaar schreef de Utrechtsche courant: "Bij Koninklijk besluit, is eervol uit de dienst ontslagen de wachtmeester titulair J. M. Janszen, van het regiment lansiers No. 10, met toekenning van den rang van 2den luitenant der kavallerie." Tweede luitenant is de laagste officiersrang, en hij ontving deze dus pas toen hij het leger verliet.

Connectie

Zijn huwelijken hebben Janszen in ieder geval maatschappelijk aanzien en misschien ook geld opgeleverd. Na het overlijden van z'n tweede vrouw is Janszen voor een derde maal gehuwd: met de Belgische Marie Deby (1847-1913). Haar familie kwam uit de buurt van Luik, net als de bankiersfamilie van Georges Nagelmackers, oprichter van Wagons-Lits en 'bedenker' van de Orient-Express. Misschien had Janszen z'n reisje naar Constantinopel dus wel aan z'n 33 jaar jongere vrouw te danken.

 

Bronnen

Naast de in de tekst genoemde bronnen heb ik gebruik gemaakt van:

Aangevuld in oktober 2018 met gegevens over militaire loopbaan uit:

of stuur een e-mail: arjan@arjandenboer.nl

Reacties